Het geld uit het Nationaal Programma Onderwijs was bedoeld om de achterstanden die opgelopen zijn in coronatijd in te lopen. Het programma is in 2020 gelanceerd en geeffectueerd in 2021. Het is in moordend tempo volgens specifieke richtlijn en procedure ingevoerd, waarmee scholen konden beschikken over geld om bewezen interventies in te zetten.
De minister heeft besloten de middelen langer te beschikking te stellen, omdat bleek dat ‘het geld niet opgemaakt kon worden’ en meer tijd zou betekenen dat er ook betere inzet kon worden gepleegd. Er kwamen echter niet meer middelen beschikbaar, dus op=op, maar het mag langer uitgegeven gaan worden.
Nu zitten een aantal scholen met de vraag wat te doen nu de middelen opgesoupeerd zijn. Er zijn vele interventies ingezet, waarbij de inzet van extra handen voor het onderwijs het meest gebruikt is. Vaak zijn dit extra begeleiders, toezichthouders, specialisten, organisatoren, vakkrachten enzovoort. Financieel is het duidelijk dat dit projectgelden zijn, tijdelijk ingezet en dat schoolbesturen ook de aanstellingen daarop hebben moeten baseren. Ik ga er maar vanuit dat dat ook gebeurd is door projectaanstellingen, tijdelijke uitbreidingen en tijdelijke vervangingscontracten (tijdelijke contracten vind ik wat dubieus omdat die toe moeten leiden naar vaste aanstelling)
Nu zijn er 2 grote problemen die na beƫindiging van de NPO gelden ontstaan:
- Er is een tekort aan leraren, onderwijskanjers, handen voor de klas, ondersteuning en experts
- zomaar terug gaan naar ‘hoe het was’ gaat niet
Het tekort aan onderwijsprofessionals betekent dat ‘goede’ mensen ook in het onderwijs moeten blijven. NPO heeft bijgedragen aan de onderwijskwaliteit en het wegwerken van de achterstanden. Blijkbaar heeft dat ook op veel scholen plannen opgeleverd en worden die plannen uitgevoerd. Er zijn dus extra mensen gevonden en beschikbaar! Een grote kans.
Ten tijde van corona hebben teams en medezeggenschap interventies bedacht die (als het goed is) effect hebben gehad bij het wegwerken van de achterstanden. Die extra hulp bleek erg fijn te zijn voor leerlingen en leraren. Je kan bijna stellen dat voor goede begeleiding van leerlingen die hulp onontbeerlijk is, maar ja, het geld is eindig.
Ik kom helaas op scholen die maar een erg korte termijn visie hebben. De lessons learned bij NPO kunnen waardevol zijn voor betere keuzes voor ondersteuning in regulier onderwijs. Ten tweede rekenen sommige scholen zich rijk tav het lerarentekort door niet verder te kijken dan 1 a 2 jaar verder. Vooral wat kleinere scholen en besturen en scholen waarbij het lerarentekort nog niet toegeslagen is bijvoorbeeld buiten de grotere steden. Misschien kan je ze dat niet verwijten, maar het is wel erg jammer. Die mensen die binnen zijn, die ingezet worden bij NPO kunnen bij gebleken geschiktheid verder gaan, bijvoorbeeld gefinancierd uit de werkdrukmiddelen. Denk daaraan.
En een afsluiter. Het onderwijs vult zichzelf continu met allemaal taken en taakjes, acties en interventies. Het zit altijd vol. Maar dat hoeft niet per definitie. Onderwijs moet niet bang zijn dat ze niks te doen hebben, daar lijkt het vaak in de planning op. De NPO interventies moeten goed geĆ«valueerd worden en de waarde bepaald worden. Continuering kan maar zo een optie zijn als je kijkt naar overige activiteiten en interventies die een team ‘gewoon’ is om te doen. Die herijking maakt dat je beter kan kiezen: wat wel en wat niet!? Het klinkt zo eenvoudig…. Succes ermee!